Over Q-Eline

Q-Eline is vernoemd naar Eline, de dochter van Han Fleuren, eigenaar van Boomkwekerij Fleuren, en zijn vrouw Corine.

Wat maakt Q-Eline uniek?

  • Vorstresistent tot circa -25 graden
  • Weinig stressgevoelig bij kou
  • In groeikracht en vruchtgrootte vergelijkbaar met kwee C
  • Productie die gelijk/hoger is dan kwee C
  • Gladdere en groenere peren bij Conference
  • Goede verenigbaarheid met meeste perenrassen
  • Vroege start van productie

Productie en beschikbaarheid

Inmiddels is op diverse plekken in Europa onderzoek uitgevoerd en ervaring opgedaan met perenrassen – met name Conference, maar ook BA Lucas en Abate Fetel – op Q-Eline en zijn wereldwijd al 500.000 fruitbomen op Q-Eline in productie. De intentie daarbij is om het areaal kwee C en kwee Adams in ieder geval voor 60 procent te vervangen. Q-Eline moet dé nieuwe onderstam worden voor de perenteelt. Daartoe komen straks jaarlijks 2,5 tot 3 miljoen onderstammen van Q-Eline beschikbaar.

Door de unieke eigenschappen van Q-Eline bieden zich ook nieuwe markten aan. Waar de bestaande kwee-onderstammen tot dusver niet geschikt waren voor Oost-Europese landen, biedt kwee Eline perspectief vanwege de vorstresistentie en hogere productie. Een interessant gegeven, omdat in Oost-Europa veel fruit wordt geteeld.

Historie + ontwikkeltraject

Roemenië als oorsprong

Karel FleurenDe historie van Q-Eline voert terug naar eind jaren tachtig. Karel Fleuren, toenmalig eigenaar van Boomkwekerij Fleuren in Baarlo, kreeg toen vijf kwee onderstammen van een Roemeens onderzoeksinstituut. Dit als dank voor het overbrengen van kennis aan het instituut. “De directeur van het instituut gaf toen al aan dat deze kweeonderstammen vorstresistent waren; hier hadden ze jaren op veredeld”, vertelt Karel Fleuren. “Iets wat ik meteen geloofde. De plantjes moesten namelijk met een houweel uit de grond worden gekapt. Deze grond was toen – het was begin december – volledig bevroren. De stekjes werden in krantenpapier gewikkeld, en zo kwamen ze in Baarlo.”

Vermeerdering, selectie en keuze voor ‘vaastype’

Hoewel Karel Fleuren nog niet meteen overtuigd was van de potentie van de in krantenpapier gewikkelde onderstammen, werd er met de onderstammen bij Fleuren verder veredeld en startte boomkwekerij Fleuren met de vermeerdering en selectie van de kwee Fleurenselect, zoals de onderstam destijds werd gedoopt. “Ik voelde me verplicht om iets met die plantjes te doen”, licht hij toe. “Die man gaf me ze uit dankbaarheid.” Er bleek sprake te zijn van meerdere groeitypen: er werden een vaas- en een hangtype onderscheiden en geselecteerd. Uiteindelijk besloot Fleuren in 2000, na overleg met PPO, om verder te gaan met het vaastype. Bij dit type was namelijk sprake van een kaarsrechte groei, er werd geen zijhout gemaakt en het vermoeden bestond dat deze zou beschikken over de groeisterkte van kwee C.

Aanvraag kwekersrecht en start moerbeddenproductie

In de periode 2000-2004 werd de kwee Fleurenselect virusvrij gemaakt door Naktuinbouw. Pas daarna kon op grote schaal worden gestart met de vermeerdering van de onderstammen en de productie van het basismateriaal.

In 2004 vroeg Boomkwekerij Fleuren Europees kwekersrecht aan en in de periode 2005-2008 werd bij het Bundessortenamt in Würzen (Duitsland) onderzoek uitgevoerd in verband met deze aanvraag. Uiteindelijk kreeg Fleuren in februari 2009 EU-kwekersrecht voor kwee Eline, de nieuwe naam van kwee Fleurenselect.

In 2006 vroeg Fleuren ook kwekersrecht aan in de Verenigde Staten, dat in 2008 werd verkregen. In 2009 volgde een aanvraag in Oekraïne, een land met veel potentie voor de fruitteelt. Dit Plant Patent werd in 2011 verleend.

In 2008 werd een volgende stap gezet met de start van de productie van virusvrij kwee Eline-basismateriaal bij de Vermeerderingstuinen in Zeewolde. Een jaar later was de eerste eigen moerbeddenproductie van de virusvrije kwee Eline-onderstam een feit.

In 2013 werd de naam omgevormd naar Q-Eline en samen met het beeldmerk geregistreerd.